Is het wat je eet, of hoe je eet?

Er zijn over voeding net zo veel verschillende meningen op te tekenen, als er in diverse religies zijn over haardracht. Het leuke is, dat net als bij religies vaak het geval is, de vertegenwoordigers van die diverse meningen elkaar om het minste of geringste in de haren vliegen 😉

Dus ik dacht er is nog niet genoeg gekrakeel, laat ik eens mijn deel bijdragen aan de verwarring.

Veel onderzoek aan ons spijsverteringsstelsel wordt gedaan met varkens. Dat doet men omdat ons spijsverteringsstelsel het meest op dat van een varken lijkt. Dat betekent dat we eigenlijk alles kunnen eten. Maar wij onderscheiden ons van een varken in de mate waarin wij onze neus gewend zijn te gebruiken. Niet dat onze neus minder goed zou zijn dan die van een varken, maar het gedeelte van onze hersenen dat verbonden is met onze neus is veel kleiner.

Long term potentiation betekent dat wat je vaak gebruikt, in de hersenen veel hersencellen en verbindingen toegewezen krijgt. Een varken dat zijn neus de hele dag intensief gebruikt, zijn dus een groot gedeelte van zijn hersenen aan zijn neus en ruiken verbonden. Het is daardoor in staat om veel meer informatie uit de geur van voeding te halen. Bij ons is dat minder het geval. Maar het het is wel te leren. Gewoon door te oefenen.

Dus regel 1 van de verbetering van ons eetgedrag is ruiken. Ga aan alles eerst ruiken, voordat je het in je mond stopt. En neem de consequentie hiervan. Dat wil zeggen, eet het niet als er op welke manier iets niet goed is aan de geur. (En bij dierlijke eiwitten is twijfel al genoeg om het niet op te eten.) Dit soort dingen werken alleen als je de respons van het lichaam ook serieus neemt.

Een hulpmiddel kan zijn om de hartslag te meten. Dat was vroeger een arbeidsintensief, maar probaat middel om allergieën op te sporen. Neem een minuut lang je hartslag op. Leg dan een klein stukje van het voedsel op je tong, en meet je hartslag opnieuw. (Er zijn tegenwoordig fantastische app’s te vinden voor je smartphone.) Je hoeft de hartslag meting niet eens moeilijk te maken. Als de tweede meting 10% hoger is dan de eerste? Uitspugen! Een stukje achtergrond: Je hartslag raakt verhoogd ten gevolge van het adrenaline dat vrijkomt als wij in een gevaarlijke situatie terechtkomen. Let er wel op dat je tussen de metingen zo stil mogelijk blijft zitten, anders meet je die activiteit. Adrenaline stelt ons in staat de juiste actie te ondernemen. In dit geval uitspugen dus.

Maar blijft de hartslag gelijk dan ga je kauwen. Minstens 30 keer. En al die tijd blijf je met je  aandacht bij de smaakontwikkeling van het voedsel in je mond. En als er een moment komt waarop je denkt dat de smaak niet lekker is, uitspugen! Neem je smaakpapillen serieus. In oorsprong zijn ze hier voor bedoeld. Natuurlijk mag je ze ook gebruiken om van eten te genieten, doe dat vooral. Maar de oorsprong is een waarschuwingssysteem. Er zijn in de loop van de evolutie ook andere  hersengebieden bij betrokken geraakt, waardoor we van onze voeding kunnen genieten. Koken is nu een belangrijke kunstuiting in onze cultuur. Je kunt trouwens beter van het kunstenaarschap van top koks genieten als je eigen smaak beter ontwikkeld raakt.

Een bijkomend voordeel van dat kauwen is dat je hele lichaam zich op het verwerken van voeding kan voorbereiden. Je immuunsysteem werkt ook al in je mond, maar dan moet het wel de tijd krijgen. In je speeksel zitten belangrijke enzymen, die direct aan de slag gaan met het beter geschikt maken voor de vertering in de maag van het voedsel. Op die manier ontlast je je maag en vooral ook je alvleesklier. En met een gezond lichaam kun je vaak van een breder spectrum aan voeding genieten.

Kort samengevat: Ruiken, proeven, kauwen, proeven en dan pas slikken.

Doe dit eens een tijd en breng me alsjeblieft van je ervaringen op de hoogte.

Dit bericht is geplaatst in Voeding met de tags , , , . Bookmark de permalink.